Het meten van de Overall Equipment Effectiveness (OEE) hoort oorspronkelijk bij de Japanse verbetermethode Total Productive Maintenance (TPM).
Ook daarbuiten kan de OEE-meting echter effectief worden ingezet. Twee zaken moeten dan echter wel worden overgenomen uit TPM:

  • Het formeren van multidisciplinaire teams, die verantwoordelijk zijn voor de prestaties van ‘hun’ productiemiddelen.
  • Stapsgewijs verbeteren door middel van de cyclus meten, analyseren, verbeteren en borgen.

OEE is één van de meest praktische verbetertools, en daardoor prima geschikt als eerste stap bij procesverbetering. De methode wordt snel opgepikt door de werkvloer, en maakt mensen bewust van hun bijdrage aan een efficiënt productieproces. Begonnen kan worden met een eenvoudige Excel-spreadsheet.

Een heel korte definitie van de Overall Equipment Effectiveness (OEE) is de verhouding tussen de hoeveelheid goede producten die een productiemiddel aflevert, en het maximaal haalbare.
Om de OEE te berekenen worden een aantal factoren met elkaar vermenigvuldigd, waaronder tenminste de machinebeschikbaarheid, de machineprestatie en de kwaliteitsefficiency. De Overall Equipment Effectiveness (OEE) is een vermenigvuldiging van een aantal factoren, die allemaal tussen 0 en 1 liggen, en 100%. Meestal omvat de OEE tenminste:

A: Totale bruto productietijd
B: Werkelijke netto productietijd (Excl. Omstellen / onderhoud / storingen etc.)
C: Verwachte output tijdens netto productietijd
D: Werkelijke output (Excl. Kleine stops / Snelheidsreductie )
E: Werkelijke output
F: Goed product (Excl. Uitval / Herstel / Opstartverliezen

OEE  = Beschikbaarheid x Prestatie x   Kwaliteit

            =         B/A             x     D/C     x       F/E

Een OEE van 100% is het optimum. De machine draait dan altijd als een zonnetje, de omsteltijd is nul, en er worden alleen maar goede producten gemaakt.
Utopisch natuurlijk, als was het alleen maar omdat de zwakste schakel in een productielijn de snelheid dicteert. In de praktijk blijkt dat het OEE percentage vaak tussen de 40% en 60% ligt. Veel capaciteit blijft dus onbenut. In de praktijk wordt een OEE van 80 á 85% als ‘world class’ beschouwd.